Van jongeren lezers maken

Gepubliceerd op: 11 november 2024 10:11

Geletterd zijn levert een leven lang profijt op. Daarom is het belangrijk dat we voor alle kinderen en jongeren letters voor het leven borgen. Docenten en bibliotheekmedewerkers maken daarin het verschil. Hoe kunnen zij leesplezier aanwakkeren? Dat ontdekten vo-docenten en leesmediaconsulenten tijdens de inspiratiebijeenkomst van het Leesoffensief Brabant op 31 oktober in het Theresialyceum in Tilburg.

Het Leesoffensief Brabant is een initiatief van de Brabantse bibliotheken en Cubiss. Samen strijden ze voor een betere leesvaardigheid als jongeren. Ingrid de Jong, projectleider van het Leesoffensief Brabant, trapt de dag af en heet iedereen welkom. Ingrid: “25-30 jaar geleden zat ik zelf hier op school bij het Theresialyceum. Ik weet nog hoe ik door de gangen liep, volop bezig met ontdekken wie ik was en hoe de wereld om mij heen in elkaar zat. En dan moest je óók nog allerlei boeken lezen. Wij weten dat lezen belangrijk is, juíst voor die ontwikkeling, maar hoe breng je dat over op jongeren?”  

Young Adult-literatuur

Keynotespreker Marjolein Hordijk neemt de deelnemers mee in de wereld van Young Adult-literatuur. Ze noemt zichzelf een ‘bibliotheekdinosaurus’ door haar jarenlange ervaring als bibliothecaris, educatiemedewerker en programmamaker. Marjolein: “Ik ben specialist jongerenliteratuur, maar eigenlijk zijn jullie dat allemaal. Want het enige dat je hoeft te doen om specialist te worden, is boeken lezen.”  

Marjolein begint met het schetsen van kaders. “Als ik het heb over Young Adult-literatuur dan gaat het om boeken voor 15-18-jarigen. Het zijn romans en korte verhalen. Het verhaal wordt verteld door een jongvolwassene en heeft raakvlakken met de belevingswereld van de jongeren. Elementen zijn vriendschap en liefde, maatschappelijke thema’s, persoonlijke ontwikkeling, spanning en vermaak.” 

Trends

Door de opkomst van BookTok krijgt naast Young Adult ook het New Adult genre steeds meer aandacht. “B- of C-boeken zijn vaak geschikt voor leerlingen aan het eind van basisschool of begin middelbare school. Hierin draait het om vriendschappen en sociale interacties. Young Adult-boeken richten zich meer op vragen als: hoe verhoud ik me tot de wereld? Wie ben ik? Misschien wordt de hoofdpersoon verliefd en begint wat te zoenen en te experimenteren. Het New Adult genre gaat een stap verder, de personages zijn al aan het studeren of maken de eerste carrièrestappen. Deze boeken bevatten vaak expliciete scènes. 13-jarigen zitten ook op BookTok en komen zo ook massaal bij New Adult uit. Maar is iemand daar op die leeftijd al aan toe?”

Een andere trend onder jongeren zijn de zogeheten shorties, novelles of XS-boeken. Ideaal voor jongeren met een korte spanningsboog. “100 pagina’s is de standaardlengte,’’ geeft Marjolein aan. “Dat betekent dat je geen tijd hebt voor een lange introductie, het moet je meteen bij de strot grijpen. Het mooie is dat deze auteurs vaak een heel oeuvre aan boeken hebben, waardoor jongeren van een novelle kunnen overstappen naar een roman als het leesplezier is aangewakkerd.”

Van een jongere een lezer maken

De deelnemers krijgen de ruimte om met elkaar te praten over het boek dat hen tot een lezer heeft gemaakt. Marjolein ziet dat de deelnemers stralen tijdens het uitwisselen van de boeken. “Ik denk dat jullie allemaal iets herkenden bij elkaar – dat is namelijk de liefde voor lezen,” vertelt Marjolein. “Vaak gaan we er ten onrechte van uit dat we met onze liefde iedereen enthousiast kunnen maken voor het lezen. Als we het maar hard genoeg tegen onze leerlingen zeggen, dan krijgen we ze mee – maar wie lukt dat? Lezen is pas leuk op het moment dat je het juiste boek te pakken hebt. Daarom moet je naar elkaar én de jongeren luisteren om ze te helpen dat boek te vinden” 

Boekeninspiratie

Na veel keuzestress heeft Marjolein een keuze gemaakt qua inspiratie voor boeken: 

“Een goed verhaal boeit iedereen. Weet waar je zulke verhalen vindt en help leerlingen de verbinding met een boek te maken. Dat maakt jou tot de leesgids die zij nodig hebben.” 

— Marjolein Hordijk

Rijke taal/teksten

Na de keynote beginnen de workshoprondes, met vijf verschillende workshops. Wendie van der Aa is taaltrainer bij Hogeschool Windesheim en neemt de deelnemers mee in een rijke tekst. “Een rijke tekst is een tekst met veelzijdig taalgebruik en verschillende invalshoeken. We moeten voelen wat de teksten doen en het moet vragen oproepen,” geeft Wendie aan.

Hoe kun je lessen in een taalrijkdom veranderen? Volgens Wendie is het belangrijk dat er in een rijke taalomgeving veel voorgelezen wordt, want daar zit de kracht van rijke taal. “Voorlezen valt vaak weg in het voortgezet onderwijs, maar door voor te lezen krijgen kinderen die zelf weinig lezen wel taalbegrip.”

Taalontwikkeling

Rijke taal stimuleert de ontwikkeling van de woordenschat. Wendie: “Soms wordt er nog gedacht dat we woordenlijsten mee moeten geven en deze moeten stampen, maar dat is niet altijd zo. Onze ontwikkeling zit in drie lagen. De eerste laag zijn woorden die we al kennen en dagelijks gebruiken. In de derde laag zitten woorden die we onszelf expliciet moeten aanleren, zoals vakjargon. Maar in de tweede laag zitten de laagfrequente woorden. En die taal vinden we in jeugdliteratuur.”

Wendie illustreert dit met een voorbeeld: “Op een gegeven moment kwamen we het woord ‘opulent’ tegen in een boek. In de klas probeerden we samen de betekenis uit de tekst te halen. Uiteindelijk kwamen we erachter dat het wel iets moest zijn met luxe, rijkdom en goud. Eén leerling zei: ‘Juf, ik ben in een hotel geweest dat heel opulent is. Ik kwam binnen en dacht dat ik bij de koning op bezoek was.’ Door met elkaar het gesprek aan te gaan en dit soort voorbeelden, hebben alle kinderen in de klas nu begrip van het woord opulent.”

De kracht van verhalen in de les

Wendie benadrukt de kracht in verhalende boeken bij algemene vakken en beroepsvakken. “Met inhoudelijk teksten zit de geheugencapaciteit van jongeren snel vol,” geeft ze aan. “Maar voor verhalen is er veel meer ruimte. In rijke teksten wordt het altijd in een verhalende context gedeeld.”

“Niet alleen de docent Nederlands moet leesmotivatie stimuleren, maar ook andere docenten,” vindt Wendie. “Zelfs de gymleraar kan hiermee aan de slag. Er zijn zoveel mooie boeken rondom sport en doorzettingsvermogen. Voor elk vak zijn er boeiende teksten te vinden. En deze teksten kunnen vervolgens rijke gesprekken stimuleren waarin je leerlingen aan het denken zet.”

Opbouwen in teksten

Wendie werkt vaak met tekstsets rondom thema’s. “Met een rijke taalomgeving brengen we eerst voorkennis over het thema aan. Vervolgens bieden we eerst een makkelijke tekst aan en dit bouwen we steeds op in complexiteit en hoeveelheid informatie. Door de voorkennis, het gesprek onderling en het opbouwen kunnen ze elke keer een moeilijkere tekst lezen en interpreteren. Zo bouwen ze zowel aan hun kennis over het thema, als hun taalkennis.”  

TaalVerhaal

In de workshop van taalspecialist Anika Verschuur ervaren deelnemers hoe woorden en verhalen het denkproces van jongeren stimuleren “Niet iedereen is van nature een lettervreter,” vertelt Anika. “Daarom ben ik er inmiddels achter dat niet uitmaakt via welk middel het verhaal tot je komt. Of het nu een boek, een film of een gesprek is. Het gaat om het tot je nemen van taal en verhalen. ”

De hersenen van jongeren zijn eerder op een beeld gefocust dan een tekst, geeft Anika aan. “Een illustratie trekt allerlei laadjes bij je open. Een simpele vraag kan al een gesprek op gang brengen. Iedereen interpreteert een beeld namelijk anders. Dat doe je met alle voorkennis die je vanuit je achtergrond hebt. Praten over illustraties levert taalproductie op.”

Leesonderwijs

Alles draait om het verbreden van de taal- en kennisbasis. Anika: “Taal leer je door verhalen en beelden te interpreteren. Als je daarna samen over je ervaringen praat, leer je die gedachten onder woorden te brengen. Begrijpend lezen in Nederland is vaak gericht op tekstanalyse, maar dat is niet hetzelfde als het echt begrijpen van wat er staat.”

In ons huidig leesonderwijs staan drie pijlers centraal: Technisch lezen, begrijpend lezen en leesmotivatie. Deze drie pijlers kunnen niet zonder elkaar. “Vanuit leesbevordering is het belangrijk om te letten op de volgende dingen: We hebben voldoende keuze nodig in de vorm van een aantrekkelijke collectie. We hebben voldoende tijd nodig om te lezen en we moeten ook erop kunnen reageren want daar zit taalproductie. In het midden staat de helpende volwassene, en dat zijn jullie als docent en leesmediaconsulent die dit faciliteren en stimuleren.”

Tips voor in de klas

Een vrij eenvoudige werkvorm die Anika deelt, is de ‘Voorleesestafette’. Dit initiatief zorgt ervoor dat lezen niet alleen een taak van de docent Nederlands is, maar een verbindende ervaring voor het hele docententeam. “Een klas kiest met de mentor een boek uit bij voorkeur rond de twintig hoofdstukken. Dat boek reist vervolgens een aantal weken met de klas mee. Wanneer er elke dag een andere docent een hoofdstuk uit voorleest, kan het hele boek in vier weken uitgelezen zijn. Met de voorleesestafette is het een taalfeestje voor alle docenten.”

Anika sluit af: “Overal zitten verhalen, in de gesprekken die je voert, de films die je kijkt, theatervoorstellingen, de songteksten van muziek of dat boek. Alles vertelt een verhaal, en een verhaal is taal.”

Aan de slag met leeskracht!

Na een middag vol inspiratie krijgen de deelnemers de Leeskr8 vertelkaarten mee naar huis. Met deze kaarten kunnen ze het gesprek met jongeren aangaan - een terugkerend thema tijdens deze inspiratiebijeenkomst.

 

Kijk hier voor meer informatie en inspiratie over leesbevordering in het voortgezet onderwijs