Samen hebben we de verantwoordelijkheid voor letters voor het leven

Gepubliceerd op: 4 december 2023 09:42

Bijeenkomst

Sámen werken aan een geletterde samenleving. Daarin hebben beleidsmakers en bestuurders van gemeenten, de bibliotheeksector, onderwijs en kinderopvang een grote verantwoordelijkheid. Leesoffensief Brabant organiseerde op dinsdag 28 november in het provinciehuis in 's-Hertogenbosch voor hen een strategische bijeenkomst over het belang van netwerksamenwerking en leiderschap, over landelijk beleid en lokale invulling en over écht samenwerken rond leesvaardigheid en leesplezier.

Dagvoorzitter Boudewijn van der Lecq trapt af: “Voor een maatschappelijke toekomst is het van groot belang dat je goed kunt lezen. Met het Leesoffensief Brabant willen we bereiken dat álle kinderen een leven lang plezier hebben van het feit dat ze hebben leren lezen en zijn blijven lezen. Onze hele keten is daarvoor verantwoordelijk. Daarom is het doel vandaag deze keten en ketensamenwerking in beeld te krijgen.” Na een rondje door de zaal blijkt dat de meeste vertegenwoordigers al bezig zijn met leesbevorderingsactiviteiten en er al verschillende samenwerkingsverbanden bestaan, op lokaal en regionaal niveau. Goed nieuws, vindt Boudewijn. “Want samen werken we aan een geletterde samenleving.”

Met de campagne Letters voor het leven zetten we leesplezier op de agenda.

Goud

Het is tijd voor een keynote door Eppo van Nispen tot Sevenaer, directeur van Beeld & Geluid. “Alles wat ik vandaag ga vertellen, komt neer op het volgende: lezen is meer dan goud waard.” Hij laat een filmpje zien van jaren geleden, van een leerkracht die zegt dat kinderen alleen stripverhalen lezen, en de ondertiteling van de televisie. “Zelfs toen was lezen al gedoe. Lezen moest uit moeilijke boeken, kinderen moesten begrijpend lezen. Maar dat is niet wat kinderen willen. Wil je kinderen letters voor het leven geven, dan moeten we het plezier in het lezen terugbrengen.”

“Gemiddeld lezen Nederlanders per jaar elf boeken. Vergelijk je dat met het Europese niveau, dan doen we het niet slecht. Maar het brede plaatje geeft een ander beeld. Er zijn 2,5 miljoen laaggeletterden in Nederland. En 4 miljoen digitaal laaggeletterden. Daarmee kost laaggeletterdheid de provincie Brabant meer dan 176 miljoen euro. Nederland staat onderaan de lijst als het gaat om de leesvaardigheid van jongeren. Jongeren van 13 tot 19 jaar lezen bijna niet.” Eppo benoemt het grootste verschil tussen hoe lezen vroeger ging en hoe lezen nu gaat. “We krijgen 24 uur per dag, 7 dagen per week informatie tot ons. Er zijn veel meer prikkels voor kinderen. Generaties van nu groeien op met een waanzinnige zee aan informatie. We leven niet meer mét media, maar ín media. En we kunnen niet meer zonder. Daarbij is de keuze voor kinderen vaak heel makkelijk gemaakt. We hebben de afgelopen jaren heel erg ons best gedaan om het plezier in lezen helemaal kapot te maken. Technisch lezen voelt als een straf. Waar is de lol? Niet gek dat zij sneller hun telefoon pakken.”
 

Fosburyflop

Eppo denkt dan ook dat het goed is dat mobieltjes de klas uit gaan. “Kinderen die veel aan schermen worden blootgesteld, missen cognitieve en talige ontwikkeling. Maar ik vind óók dat je moet omarmen wat er gaat komen. Voor digitaal werken is ook goede geletterdheid nodig.” Dat lezen de belevingswereld kan vergroten, sociale vaardigheden kan aanleren en kan bijdragen aan ontwikkeling; dat zien kinderen niet meer, stelt Eppo. “En dus moeten we het plezier in lezen terugbrengen. Letters voor het leven is het grootste cadeau dat kinderen kunnen krijgen. We moeten ervoor zorgen dat ze lezen weer aantrekkelijk vinden.”

Hij steekt de aanwezige beleidsmakers en bestuurders een hart onder de riem. “Dat jullie die lampjes in kinderen proberen aan te steken, is geweldig. Zeker als we het hebben over thema's als bestaanszekerheid en klassenverschillen, mogen jullie trots zijn op jullie werk. Want pakken we laaggeletterdheid en leesvaardigheid aan, dan komen we verder. Het geeft kinderen meer kans op een economisch onafhankelijk bestaan. Een kilo goud is nu 59.182,02 euro waard. Door kinderen goed geletterd de maatschappij in te sturen, besparen we de maatschappij op jaarbasis 86.000,00 euro. En dat maakt lezen letterlijk meer dan goud waard.”

De opgave is volgens Eppo simpel. “Met letters voor het leven doen we een belofte. Die moeten we borgen, voor een langere tijd. Dat vraagt om leiderschap van jullie als bestuurders en beleidsmakers. Ook als er geen geld of geen mensen zijn om erop in te zetten. Samenwerking is cruciaal, dan zorgen we structureel voor leeskracht. Jaren geleden bedacht Dick Fosbury de fosburyflop, de springtechniek die nog steeds wordt gebruikt bij hoogspringen. Een doorbraak. Mijn opdracht voor jullie: bedenk zo'n fosburyflop voor die structurele samenwerking.”
 

Acteur Frank Lammers geeft vast een voorzet in hoe we kinderen kunnen motiveren meer te lezen. 

Torenhoge ambitie

Tijdens het panelgesprek dat volgt gaan Esmah Lalah (wethouder en toekomstig kamerlid), Wobine Buijs (burgermeester van Oss), Gerlien van Dalen (directeur-bestuurder van Stichting Lezen) en Henk Hagoort (voorzitter van de VO-Raad) in op wat er lokaal in provincie en gemeenten gebeurt met betrekking tot leesbevordering. Belangrijkste vraag? Hoe zorg je voor leiderschap bij het ontwikkelen en uitvoeren van overkoepelend beleid en houd je grip op een integrale aanpak?

Esmah: “Als je wil dat iedereen volwaardig mee kan doen in onze samenleving, is randvoorwaardelijk dat taalvaardigheid en basisvaardigheden in het algemeen op orde zijn. Helaas hebben we nog een flinke klus te klaren.” Wobine vult aan: “Gelukkig zijn hier al veel mensen mee bezig. Maar: we moeten het samen doen. Met experts, én met inwoners. Dus kaart ik het overal waar ik kom aan. Op een systematische manier blijven aangeven hoe belangrijk lezen is, opent ogen.” Gerlien: “Bij de leescoalitie, een initiatief van landelijke organisaties die werken aan leesbevordering, stelden we de torenhoge ambitie: in 2025 verlaat er geen kind met een te laag leesniveau het onderwijs én kunnen ook volwassenen lezen en schrijven. Daar moeten we naartoe. Werk je samen, dan is je stem luider en heb je meer overtuigingskracht.” Henk vertelt dat er binnen Nederland wel 149 initiatieven zijn om lezen te bevorderen. “Al die initiatieven willen we bundelen en toegankelijk maken. En we willen het ingewikkelde onderwijsstelsel wendbaar maken richting de doelstelling om leesvaardigheid in Nederland te vergroten.”

Integraal werken

Veel initiatieven die er al zijn, werken gelukkig al heel goed. Denk aan BoekStart en de Bibliotheek op school, benoemt Gerlien. Wobine: “Het is belangrijk dat we inzien dat niet één partij eigenaar is van het onderwerp. De Bibliotheek, GGD, kinderopvang en scholen hebben allemaal een hoofdrol. Als gemeente investeren wij daarom bijvoorbeeld in de bibliotheek. En we verbinden scholen met bibliotheken, stellen leesconsulenten aan en we stimuleren pilots.” In Tilburg gebeurt dat ook, zegt Esmah. “We vragen de gemeente niet alleen om problemen te erkennen, maar ook te herkennen. De grootste drempel is vaak doorverwijzen naar de juiste plek. Door samen de juiste infrastructuur neer te zetten en integraal te werken, brengen we initiatieven bij elkaar.” Henk: “Dit is niet het probleem van de leraar Nederlands. Juist heel veel vakken geven de kans om taalvaardig te worden en lol te beleven aan lezen. Dat vraagt ook om leiderschap over teams en secties heen. Nu hebben vakken nog heel vaak hun eigen curriculum. Het is belangrijk dat we van schoolbesturen vragen om een visie op leesonderwijs te hebben door de vakken heen.” Lerarenopleidingen mogen we niet vergeten, benadrukt Gerlien. “Op pabo's is veel bereidheid om mee te werken. Laten we lezen, leesdidactiek en literatuur steeds meer deel maken van de opleiding. Een landelijk vastgestelde set aan vaardigheden, kan helpen het leesonderwijs te verbeteren.”

Verwacht niet morgen al verandering, zeggen de vier sprekers. Er is tijd nodig om die te bereiken. Maar: kinderen stimuleren leesmeters te maken, kan het proces wel versnellen, zegt Wobine. “Op school, én thuis.” Gerlien en Esmah besluiten dat het niet vanzelfsprekend is dat het overal thuis gebeurt. Gerlien: “En dus moet er in de kinderopvang en op school ruimte zijn om te lezen.” Esmah: “Een goede schoolbibliotheek helpt. Heb je toegang tot boeken in je directe omgeving, dan heb je de kans om het plezier in lezen te ontdekken.”

Dan is het woord aan spoken word-artiest Carmen Verduyn. Zij neemt de aanwezigen mee in haar eigen ervaringen met lezen en benadrukt nog eens het belang van taalvaardigheid.

Lees de tekst van de spoken word voordracht van Carmen

Podium voor kartrekkers

In het tweede en afsluitende panelgesprek praten betrokkenen over de lokale samenwerking in Helmond. Wethouder Cathalijne Dortmans, bibliotheekdirecteur Robin Verleisdonk, rector Emmeken van der Heijden en basisschooldirecteur Monique Klaassen zetten samen leesbevordering op de kaart. Cathalijne: “Helmond heeft 95.000 inwoners. Dat betekent dat we ongeveer 15.000 laaggeletterde inwoners hebben. Het is overduidelijk dat leesbevordering hoog op de agenda moet staan. In Helmond hebben we veel initiatieven: op elke school is er een bibliotheek, we hebben boekstartcoaches, een educatieve agenda en we werken samen met het Leesoffensief. Daarnaast is er een samenwerking met kinderopvang en onderwijs. Toch voelt het vaak nog als pleisters plakken.” Robin vult aan: “Gelukkig zien onze partners steeds vaker de meerwaarde van de Bibliotheek. Maar als bibliotheek kunnen we niet álles doen, we moeten keuzes maken. Daarom is het belangrijk dat we structureel samenwerken binnen de gemeente.”

Emmeken geeft aan dat de spreekvaardigheid van leerlingen in de afgelopen jaren een enorme vlucht nam. “Daarom heb ik er alle vertrouwen in dat dat met leesvaardigheid ook gaat lukken.” Volgens Monique begint het, zoals eerder op de dag ook al naar voren kwam, bij leesplezier. “Je kunt een bibliotheek op school hebben, maar dan? We hebben elkaar hard nodig om samen met kinderen op ontdekkingstocht te gaan naar boeken. Het is belangrijk dat je binnen elke organisatie kartrekkers hebt, die enthousiast zijn en kinderen en hun ouders daarin meekrijgen. We proberen juist die mensen een podium te geven.”
 

Elkaar versterken

Volgens Cathalijne weten we al lang dat begrijpend lezen voor veel kinderen niet de methode is om lezen aantrekkelijk te maken. “En dus moeten we ons afvragen: op welke andere manieren kan het wel? En waarom gebeurt het niet? Waarom houden we ons aan de oude standaarden vast?” Dat is te verklaren, legt Moniek uit. “We hebben te maken met een inspectie die begrijpend lezen promoot. En ook in de methodes die we in het onderwijs gebruiken, zit deze aanpak verweven. Ooit is bedacht dat we het niveau op die manier op konden krikken.” Maar begrijpend lezen eruit, leesconsulent erin, is niet de oplossing, stelt Robin. “De Bibliotheek kan het niet alleen. We hebben allemaal de opgave om leesplezier terug te brengen naar het kind.”

Emmeken: “Leerkrachten spelen daarin een belangrijke rol, maar leerlingen staan centraal. We moeten ook luisteren naar wat zij willen. Wat we vaak vergeten is dat er een hoop leerlingen zijn die lezen wél leuk vinden. Daarin zit de crux: leerlingen kunnen elkaar ook aanjagen om te gaan lezen. Laten we dat omarmen.” Om initiatieven voor een langere periode te laten slagen, is het belangrijk dat onderwijs aan de basis staat van alles, benadrukt Cathalijne. “We hebben helaas vaak vooral incidentele middelen beschikbaar, juist daarom moeten we continu het belang van leesbevordering blijven onderstrepen. En gelukkig zijn we erin getraind om van incidentele middelen structurele projecten te maken.” Robin sluit zich daarbij aan. “We hebben het heel vaak eerst over geld, daarna over de inhoud. Dat moeten we omdraaien. En er zijn al zoveel initiatieven bedacht, die moeten we goed en breed gaan inzetten.” Monique plaatst daarbij wel een kanttekening. “We kunnen het tij niet in twee jaar keren. Daarom moeten we reëel zijn over wat haalbaar is en op welk moment.”
 

Vergroot de tekening

 Tekenaar Erik van Tuijn vat de dag samen in een tekening. (Klik op de tekening om het te vergroten).