Bibliotheek en voortgezet onderwijs gaan samen voor leeskracht
Willen we jongeren meer laten lezen, dan hebben we docenten en educatiemedewerkers van bibliotheken heel hard nodig. Hoe gaan zij samen voor leeskracht? Dat ontdekten vo-docenten en leesmediaconsulenten tijdens de inspiratiebijeenkomst vo op donderdag 26 oktober in de Tilburgse LocHal. Een inspirerende keynote van schrijver Kluun en diverse workshops van professionals uit het vakgebied gaven handvatten om aan de slag te gaan met leesbevordering in de klas.
Een flinke groep onderwijs- en bibliotheekprofessionals verzamelden zich op de trappen naast het stadscafé om de samenwerking tussen school en bibliotheek gestalte te geven en te vieren. Ingrid de Jong van Cubiss en Pieter Laban van OMO gaan in gesprek over het samenwerkingsinitiatief Leesoffensief Brabant. Ingrid: “We willen dat bibliotheken, onderwijs, gemeenten en de provincie nog beter gaan samenwerken. Want we geloven dat als we de krachten bundelen, we meer bereiken.”
OMO heeft een mooie ambitie als het gaat om het opnemen van taalbeleid in de schoolplannen van alle OMO-scholen. De organisatie vindt dat de Bibliotheek een belangrijke rol heeft en een onmisbare samenwerkingspartner is voor scholen. Om dat te borgen en versterken maakte OMO goede afspraken over wat de Bibliotheek voor scholen kan betekenen. “Scholen hoeven het niet alleen te doen. Er is veel expertise bij de Bibliotheek”, vertelt Pieter. Ingrid vult aan: “Wanneer we investeren in letters voor het leven, investeren we in de toekomst. Een toekomst waarin jongeren met een goede taalvaardigheid kunnen deelnemen aan de maatschappij.”
Herkenning
Het woord is aan schrijver Raymond van de Klundert, alias Kluun. Hij vraagt zich vooral af hoe lang we ons nog obsessief blijven richten op technisch lezen en het lezen van literatuur waarvan ouderen vinden dat jeugd die móét lezen. “Toen ik op school zat lazen we al met zon, maan, ster en AVI-niveaus. Lezen werd behandeld als een olympische sport: welke metafoor zie je in deze tekst, wat zijn de literaire lagen die de schrijver bedoelt? De aflevering van Zomergasten met Theo Maassen en kinderboekenschrijver Bibi Dumon Tak sloeg de spijker op de kop. Zij zei: ‘Moet je je voorstellen dat er na afloop van een cabaretvoorstelling iemand bij de uitgang staat die vraagt: wat bedoelde Theo Maassen met deze grap? Dan denk je wel twee keer na of je opnieuw naar een theatervoorstelling gaat.’”
In Nederland leren we onze kinderen al decennialang dat lezen iets is dat moet, vervolgt Kluun. “De cijfers laten echter zien dat het leesplezier van kinderen flink is afgenomen. Internationaal gezien scoren we zeer slecht, zelfs landen als Kosovo, Litouwen en Brunei scoren beter op leesplezier dan wij. Zullen we daar even een minuutje stilte voor houden?”
Hij leest een stuk voor uit zijn boek Familieopstelling. “Dat doe ik ook als ik middelbare scholen bezoek. Om aan te tonen dat jullie mijn moeder tot een kwartier geleden nog niet kenden. Maar we kennen allemaal iemand die overleden is. Zo gauw je dat gaat opschrijven, vertellen of lezen, blijft iemand leven. Je houdt nu een klein beetje van mijn moeder, hebt het idee dat je haar kent. Dat maakt kinderen stil.” We zadelen kinderen te vaak op met boeken waarin zij geen herkenning vinden, maakt Kluun ermee duidelijk. “Omdat we zogenaamd wel weten wat goed voor kinderen is en we ze boeken opleggen die ze moeten lezen om hun diploma te halen, jagen we ze het juist boek uit.”
Het nieuwe lezen
Laat kinderen lezen in hun eigen interessegebied, boeken die gaan over wat kinderen nu meemaken, roept Kluun op. “Ze hoeven ook de muziekconcerten van Bach of de teksten van The Beatles niet voor het vak muziek te kennen. Om mee te kunnen in de maatschappij is de Nederlandse taal begrijpen nodig; juist daarom is het belangrijk dat kinderen leren dat lezen leuk is en het hun leven verrijkt.”
Samen met een groot aantal (kinderboeken)schrijvers, neurologen en docenten zette hij de aanpak Het nieuwe lezen op, gestoeld op een aantal pijlers. Om de magere 23 procent kinderen dat graag leest omhoog te halen, is collectieve beleving belangrijk: samen bezig zijn wat je hebt gelezen. Maar ook praten over verhalen. Binnen dezelfde thema’s lezen en lezen combineren met andere vakken. Elke dag lezen in de klas. En kinderen een vrije keuze geven, ook uit audioboeken. “Je moet lezen om je woordenschat te ontwikkelen, maar vooral de liefde voor verhalen moet omhoog. Dan komt die woordenschat vanzelf.”
Context
Na het collectieve deel gaat de groep uiteen in acht workshops. Moon de Jong, leesmediaconsulent bij de Bibliotheek Midden-Brabant, deelt de essentie van rijke taal in het voortgezet onderwijs. “Mijn lievelingsboek, 'Vandaag houd ik mijn spreekbeurt over de anaconda’ van Bibi Dumon Tak en Annemarie van Haeringen, is een perfect voorbeeld van een boek waarin rijke taal naar voren komt. Het boek is non-fictie én heel verhalend. In het eerste verhaal doet een poetsvis zijn spreekbeurt over de haai. Terwijl de vis over de haai vertelt, stopt hij daar informatie over zichzelf in. Wat er gebeurt? De tekst verpakt informatie in een relevant verhaal en linkt aan leuke, interessante informatie. Veel meer dan dat in methodeboeken gebeurt.”
Rijke teksten zijn creatief, verhalend, leerzaam, niet te veel versimpeld en ademen beleving. Ze bevatten natuurlijke taal; afwisseling tussen korte en lange zinnen. Zijn gebaseerd op authentieke bronnen. De schrijver wil iets communiceren, niet sec iets uitleggen, en zet daar de volle rijkdom aan taalmogelijkheden voor in. Moon: “Methodeboeken zijn vaak uitgekleed en functioneel gemaakt, vereenvoudigd; alle context is verdwenen. Het leuke van lezen, wordt weggehaald. Maar lezen moet bijdragen aan het begrijpen van informatie, en daarvoor is context nodig.”
Integreren
Docenten kunnen volgens Moon bij verschillende vakken met rijke taal aan de slag. “Kinderen leren beter als ze informatie in context kunnen zien. Werk daarom bijvoorbeeld met thema’s. Wat je bij geschiedenis behandelt, daar kun je bij Nederlands op aanhaken. Zie het leren van woordenschat niet als een los vak, maar integreer het. En bespreek fictie door te kijken naar de feitelijke informatie, of andersom.”
Veel rijke teksten kunnen direct in het voortgezet onderwijs worden ingezet, stelt Moon. “Docenten en andere professionals vinden goede, rijke teksten onder andere op rijketeksten.org. Daar zijn rijke teksten over verschillende onderwerpen verzameld. Deze zijn te filteren op genre, tekstsoort, thema of leeftijd.” Daarnaast benadrukt Moon dat rijke taal niet alleen in jeugdboeken of romans, maar ook in podcasts of radio-uitzendingen te vinden is. “Het gebruik daarvan mogen we dus gerust stimuleren. En kinderen zelf een podcast laten maken of een brief laten schrijven, laat ze ook leren in andere werkvormen.”
Vakoverstijgend leren
In de workshop van Linda Ackermans, docent Nederlands en literatuurwetenschapper aan de Radboud Universiteit Nijmegen, worden de deelnemers meegenomen in de rol en status van Young Adult-boeken in het Nederlandse literaire veld. “Bij ons op school merkten we dat de beperkte leesvaardigheid van leerlingen ook problemen gaf bij vakken als aardrijkskunde en biologie. Het is te makkelijk om te zeggen: jij bent docent Nederlands, doe er eens wat aan. We hebben een gedeelde verantwoordelijkheid. Young Adult-boeken zijn superpopulair. Samen met een collega van geschiedenis zette ik daarom een lessenreeks op, op basis van het YA-boek ‘Elke dag een druppel gif’ van Wilma Geldof.” Het boek werd klassikaal gelezen tijdens de lesuren geschiedenis en Nederlands. Bij geschiedenis leerden de leerlingen feiten over de Tweede Wereldoorlog, bij Nederlands werkten ze aan leesvaardigheid en het ontwikkelen van literaire competentie. “Vakoverstijgend leren werkt: leerlingen lieten weten dat wat ze leerden op deze manier meer tot leven kwam.”
YA-boeken hebben diverse vaste kenmerken. Zo is de hoofdpersoon adolescent, gaan de boeken over thema's die van belang zijn voor jongeren en weerspiegelt het taalgebruik de leeftijd en leefomstandigheden van jongeren. “Dat maakt deze boeken geschikt om jongeren meer aan het lezen te krijgen, dichter naar de literatuur te halen”, vindt Linda. Toch is er vaak kritiek, vertelt ze. “Vaak wordt gezegd dat je jongeren laat lezen wat ze al kennen. Maar die vlag gaat wat mij betreft niet op. YA kan evengoed als venster fungeren, met nieuwe werelden laten kennismaken. En in veel YA-boeken zie je dat er volop aandacht is voor literaire experimenten rondom structuur, intertekstualiteit en metatekstualiteit. Er is voldoende uitdaging op stilistisch en inhoudelijk vlak. Er is zelfs onderzoek dat aantoont dat deze boeken op literaire kenmerken niet onder doen voor boeken voor volwassenen.”
Betekenisvol
Dat maakt YA-boeken heel geschikt om vakoverstijgend te leren, stelt Linda. Gelukkig is er ook steeds meer aandacht voor YA-boeken in literatuuronderwijs. “Een meerderheid van de docenten staat YA-literatuur inmiddels toe op de leeslijst. Omdat het aansluit bij de belevingswereld van jongeren en voor herkenning zorgt, het een brug is naar literatuur voor volwassenen, en het aansluit bij het niveau en de ontwikkeling van leerlingen. Kleine kanttekening: docenten die zelf YA-literatuur ook lezen, staan het vaker toe.” Linda pleit ervoor om aandacht te schenken aan deze boeken. “Er zijn zoveel boeken die vakoverstijgend in te zetten zijn. Ze bespreken sociaalmaatschappelijke kwesties, gaan over het klimaat, bespreken het geloof of benaderen thema's als homoseksualiteit. Dat maakt lezen betekenisvol; je werkt aan leesvaardigheid, tekstbegrip en woordenschat én aan algemene ontwikkeling, inlevingsvermogen en ethisch bewustzijn.”
Voorbeelden van goede YA-literatuur volgens Linda:
-
Erna Sassen
-
Els Beerten
-
Simone Atangana Bekono
-
Angie Thomas
-
Samira Ahmed
-
Tahereh Mafi
-
Eva Moraal
-
Edward van de Vendel | Anoush Elman
De dagen van de bluegrassliefde
Edward van de Vendel
-
Jelmer Soes
Alle jongeren geletterd de wereld in
Daarmee komt de inspiratiebijeenkomst bijna tot zijn einde. Na een intensieve middag is het tijd voor een borrel om na te praten en het netwerk uit te breiden. Ook krijgen alle deelnemers het boek Werkvormenboek leesbevordering van Tanja de Jonge mee, waarmee ze kunnen doorpakken om alle Brabantse jongeren geletterd de wereld in te sturen.
Kijk hier voor meer informatie en inspiratie over leesbevordering in het voortgezet onderwijs: