Samenwerking OMO en de Bibliotheek West-Brabant

Gepubliceerd op: 21 februari 2024 21:20

Het is best lastig om een structurele samenwerking aan te gaan met een voortgezet onderwijsorganisatie. De Bibliotheek West-Brabant heeft sinds 2 jaar een samenwerking met een OMO koepelorganisatie. Hoe hebben zij dit aangepakt? We spraken met Gertruud Hoff, programmamaker 0-18 jaar bij de Bibliotheek West-Brabant.

Samenwerking OMO koepelorganisatie

De Bibliotheek West-Brabant werkt samen met twee OMO koepelorganisaties met ieder drie scholen. De school had hierbij al een overkoepelend leesbeleid, die door een taalwerkgroep van verschillende docenten is gemaakt voor die drie scholen. In het leesbeleid hebben ze 3 focuspunten: de samenwerking met de bibliotheek is er hier één van. Gertruud vertelt dat ze er zijn voor advies, begeleiding en inspiratie voor de leerkrachten. Zo verzorgen ze bijvoorbeeld workshops, stellen de collectie samen, geven ze advies en inspiratie aan docenten en verzorgen scholingsdagen.

Het begin

Meestal is er al een contactmoment geweest met de school voor een losse aanvraag, om bijvoorbeeld iets te organiseren. “We gaan dan altijd
graag het gesprek aan en geven hierbij aan dat we voorstander zijn van een structurele samenwerking”, aldus Gertruud.

“We starten met een verkennend gesprek met een docent. Bij het vervolggesprek is het van belang dat er iemand van de financiële afdeling en de directie aanwezig zijn”.

Leesplezier en leesmotivatie

Het doel van zo’n samenwerking is leesplezier en leesmotivatie bevorderen, zowel voor de bibliotheek als voor de school. “Maar voor ons is dit ook laaggeletterdheid verminderen en voorkomen. Docenten zien dat laatste niet altijd zo bewust. Het besef is er nog niet dat zij daar een bijdrage aan kunnen leveren.” De noodzaak om laaggeletterdheid aan te pakken is evident. Leerlingen kunnen lange teksten in een toets niet meer door vertalen naar de essentie van de vraag. De cirkel van Chambers laat zien wat er nodig is om leesmotivatie aan te wakkeren. Als helpende volwassene ga je met je leerlingen ook in gesprek over de beleving van het boek en kom je erachter dat er verschillende denkwijzen in de klas over het boek zijn.

Alle docenten zijn belangrijk, ze zijn allemaal helpende volwassenen

“We gaan tijdens onze samenwerking niet alleen het gesprek aan met de docent Nederlands, maar willen het enthousiasme voor leesplezier ook vakoverstijgend aanwakkeren: alle docenten zijn belangrijk, ze zijn allemaal helpende volwassenen. Door als leesmediaconsulent vanuit de bibliotheek elke week aanwezig te zijn op school, word je makkelijker benaderd. Eerst door geïnteresseerde docenten. Ze weten soms nog niet hoe ze iets moeten aanpakken of ze missen de kennis welke boeken ze het best kunnen gebruiken. Je moet hierbij echt praktische tips geven, dus echt een lijst met boeken, en niet zomaar een link naar een website. Het helpt natuurlijk ook als de docent zelf de boeken heeft gelezen, zo geef je zelf al een goed voorbeeld en kun je ook met enthousiasme en passie het leesplezier overbrengen.”

Langdurige samenwerking

De Bibliotheek West-Brabant kiest bewust voor langdurige samenwerkingen. Dit betekent ook dat ze weleens nee hebben gezegd tegen een incidentele samenwerking. Gertruud: “Je wilt een relatie opbouwen en dat kost tijd. We zijn overtuigd van onze visie.” In zo’n samenwerking maken ze gebruik van een vast stappenplan. Ze kijken met de school naar waarom, hoe en wat ze in de samenwerking willen bewerkstelligen. In een plan werken ze een planning per jaar uit en bekijken ze samen met de school naar de focus voor een bepaald jaar. Je kunt namelijk niet alles tegelijk doen en je kunt ook niet alle leerlingen in één keer bedienen. Het plan wordt dan per schooljaar verder uitgewerkt met duidelijke kaders en het bijbehorende kostenplaatje.   

Het belang van een structurele samenwerking

Alleen met een structurele samenwerking kun je de leesmotivatie en leesplezier van de leerlingen verbeteren. Als docenten zich bewust zijn van het nut en de noodzaak van krijg je een sneeuwbaleffect. Om die structurele samenwerking te laten slagen heb je gelijkwaardige samenwerking tussen docent en leesmediaconsulent nodig. Docenten moeten de leesmediaconsulent ook zien als expert op het gebied van leesmotivatie. “Sommige docenten vinden het lastig om het los te laten. Ze checken het dan nog even of willen het toch liever zelf doen. Dit is per docent ook verschillend, je ziet dat praktijkgerichte docenten het wat makkelijker vinden om de lees- en mediaconsulent hierin te vertrouwen. Tijdens evaluatiemomenten bespreken we dit en zorgen we ervoor dat de knelpunten op tafel komen.”

Successen

Soms heb je net een zetje nodig om een relatie op te bouwen en docenten te enthousiasmeren. “Bij een vmbo school verliep de samenwerking in het begin erg moeizaam. We hebben toen samen een leesweek georganiseerd. Met het idee we gaan het gewoon doen en we zien wel waar het schip strandt”, vertelt Gertruud. “De hele week stond in het teken van lezen. In de bibliotheek organiseerden we een workshop, waar alle klassen aan deelnamen. En er kwamen twee schrijvers op de school langs voor een lezing. Daarna kwam er een omslag bij de docenten en zagen ze het nut van leesplezier. Docenten waren zelfs zo enthousiast dat het ook werd gedeeld met andere scholen. Ook een netwerkbijeenkomst in het Literatuurmuseum in Den Haag was een groot succes. De docenten waren erg enthousiast en zagen ook juist een meerwaarde in het netwerken met elkaar. Juist door docenten met elkaar in verbinding te brengen kunnen ze elkaar inspireren.“

Uitdaging

Natuurlijk gaat het niet allemaal vanzelf en zijn er vaak ook drempels waar je overheen moet. Zo kun je je helemaal blind staren op de grootte van de school. Blijf dan realistisch en wees gewoon blij me degenen die je kunt bereiken. “Bij grote scholen kun je weleens verdwijnen in de massa. Maar door je gezicht te laten zien en regelmatig aanwezig te zijn, kun je steeds een stapje verder komen. En blijf vooral ook het gesprek aangaan in de koffiekamer. Zorg dat je momenten creëert waar je je mag voorstellen, bijvoorbeeld aan de start van een schooljaar, bij een vakgroepbespreking of een studiemoment. Bij ons werken de naambordjes en de Bibliotheek op school koffer ook goed, zorg dat je zichtbaar bent. “ 

Ook een fysieke collectie in de school kan wel eens een uitdaging zijn. Het belang van een collectie en mediatheek wordt dan in eerste instantie niet gezien. Of docenten denken dat hier geen budget voor is. “Maar door het belang hiervan te blijven benadrukken krijg je het uiteindelijk wel voor elkaar”, vertelt Gertruud. “Zorg voor een serieuze aanpak. Zet realistisch en hoog in. Docenten zeggen dan: dat krijgen we nooit, maar heel vaak krijg je het wel. Maak het tastbaar, reken het per leerling uit: bijvoorbeeld 5 boeken per leerling. Soms word je dan nog teruggefloten naar 3 boeken per leerling, maar in de jaren die hierna volgen kun je altijd de vervolgstappen nog bespreken. Eerst 1 boek per leerling erbij en vervolgens per jaar 10% vervangen. Ook impulsregelingen kunnen er dan voor zorgen dat je dingen voor elkaar krijgt.”

Nog een laatste advies

Natuurlijk heeft Gertruud nog een laatste advies: “Ga niet voor minder dan een langdurige samenwerking. Je hebt aan 1 jaar niet genoeg. Je wilt echt die relatie opbouwen. We hebben ook wel eens nee gezegd tegen een school die maar voor 1 jaar wilde. Laat zien dat je expertise meebrengt en dat je een serieuze partner bent.”